Bron: http://www.ey.com/NL/nl/Newsroom/News-releases/NEWS_Voorstel-wijzigingen-vennootschapsbelasting_1700609
Voorstel wijzigingen vennootschapsbelasting
De staatssecretaris van Financiën heeft onlangs een ‘consultatiedocument’ naar de Tweede Kamer gestuurd, met daarin een voorstel om de vennootschapsbelasting te wijzigen. De wijzigingen zien vooral op de renteaftrek. Het bedrijfsleven, de belastingadviespraktijk en andere geïnteresseerden worden in de gelegenheid gesteld om op het voorstel te reageren. Hieronder volgt een beknopt overzicht van de voorgestelde wijzigingen.
Versoepeling deelnemingsvrijstelling.
De deelnemingsvrijstelling is een vrijstelling voor opbrengsten uit een deelneming (kort gezegd een aandelenbelang van tenminste 5%). De deelnemingsvrijstelling is niet van toepassing indien het een belang betreft in een zogenoemde laagbelaste beleggingsdeelneming. De toets of sprake is van een laagbelaste beleggingsdeelneming is in de praktijk vaak lastig en de staatssecretaris wil dit vereenvoudigen. Het idee is onder meer om de deelnemingsvrijstelling toe te passen als de deelneming niet met een beleggingsoogmerk wordt gehouden.
Verplichte groepsrentebox.
Rente die wordt ontvangen van groepsmaatschappijen wordt in het voorstel van de staatssecretaris nog slechts belast tegen 5% vennootschapsbelasting en rente die wordt betaald aan groepsmaatschappijen is aftrekbaar tegen eveneens 5%. Ook de opbrengst van een overnamekas wordt belast tegen 5%. Met dit voorstel wil de staatssecretaris enerzijds voorkomen dat de vennootschapsbelasting in Nederland wordt uitgehold door de aftrek van rente op groepsleningen. Aan de andere kant wil hij Nederland hiermee aantrekkelijk maken als vestigingsland voor concernfinancieringsactiviteiten.
Beperking aftrek deelnemingsrente.
De vennootschapsbelasting kent thans verschillende regelingen die de aftrek van rente beperken. Er zijn twee varianten voorgesteld om dit te stroomlijnen. De eerste variant bevat twee aftrekbeperkingen. In de eerste plaats een aftrekbeperking voor rente van schulden die tegenover deelnemingen staan en in de tweede plaats een aftrekbeperking voor rente betaald door overnameholdings.
De tweede variant behelst een algemene renteaftrekbeperking in de vorm van een earningsstrippingregeling. De maximaal toegelaten renteaftrek wordt daarbij gekoppeld aan de fiscale winst. Deze aftrekbeperking is alleen van toepassing indien de belastingplichtige in verhouding tot de rest van de groep waartoe hij behoort met relatief veel vreemd vermogen is gefinancierd.
Om het midden- en kleinbedrijf te ontzien, is voorgesteld om de aftrekbeperkingen niet toe te passen op rentebedragen tot € 250.000.
Voor beide varianten geldt dat deze naast de verplichte groepsrentebox worden toegepast. Daarnaast geldt voor beide varianten dat de in de praktijk zeer lastige thin-capitalisationregeling (beperking renteaftrek bij relatief veel vreemd vermogen) zal komen te vervallen, maar dat de huidige regeling tegen gekunstelde renteaftrek bij kasrondjes in enigerlei vorm blijft bestaan.
De wijzigingen zouden op 1 januari 2010 in werking moeten treden. In september komt de staatssecretaris met een concreet wetsvoorstel.