Het is vrijwel zeker dat ook uw bedrijf te maken krijgt met de heffing van BTW. Dan duurt het ook het ook niet lang meer voordat u aan de laatste btw-aangifte van 2009 moet beginnen. Die laatste aangifte is meestal net iets ingewikkelder dan een normale btw-aangifte. Naast de gewone werkzaamheden van u bedrijf moet u in de laatste aangifte ook de nodige correcties doorvoeren. De laatste btw-aangifte over 2009 moet uiterlijk op 31 januari 2010 ingediend en betaald zijn, tenzij u jaaraangifte btw doet. In dat geval moet u de aangifte uiterlijk 31 maart 2010 ingediend en betaald hebben. 1. Correcties en afrekeningen U moet bij de aangifte over het laatste tijdvak van 2009 in ieder geval rekening houden met een aantal correcties en afrekeningen. Deze zullen voor u waarschijnlijk lang niet allemaal van toepassing zijn, maar het is belangrijk dat u alle voor uw bedrijf relevante zaken zorgvuldig afhandelt.
2. PersoneelsvoorzieningenHeeft uw voorzieningen voor de werknemers in u bedrijf getroffen, bijvoorbeeld gratis dranken en/of maaltijden, een personeelsfeest of een kerstpakket? Dan krijgt u vrijwel altijd te maken met het Besluit Uitsluiting Aftrek Omzetbelasting (BUA). Dit besluit bepaalt dat de voorbelasting op personeelsvoorzieningen niet aftrekbaar is, tenzij de totale waarde van de verstrekkingen aan een werknemer niet méér bedraagt dan € 227,- per werknemer. Zodra deze grens wordt overschreden, is de omzetbelasting die op de verstrekkingen drukt niet aftrekbaar.
BUA-berekening kan per groep
Het is verstandig om voor groepen werknemers een BUA-berekening te maken. Door een rekensom te maken voor een groep werknemers die qua kosten homogeen is, voorkomt u dat u voor elke werknemer apart een berekening moet maken. Dat zou immers een enorme klus zijn. U moet de BUA-berekening in elk geval een keer per jaar maken. Het is logisch om dat bij de aangifte over het laatste tijdvak van het jaar te doen. Dan weet u immers wat het totaal voor het kalenderjaar zal worden.
3. RelatieschenkenDe btw op relatiegeschenken en andere giften die uw bedrijf verstrekt, mag u in principe als voorbelasting aftrekken. Als de ontvanger van het relatiegeschenk de btw daarop echter niet had kunnen aftrekken als hij het geschenk zelf had aangeschaft, sluit het BUA uw aftrekmogelijkheid uit. Dat houdt in dat u zich bij het uitdelen van relatiegeschenken moet afvragen of de ontvanger ervan recht heeft op btw-aftrek. Als dat niet het geval is, kunt u de btw ook niet aftrekken
Het BUA gooit natuurlijk pas roet in het eten als de bevoordeling exclusief btw meer is dan € 227 per persoon per boekjaar.
4. Kantineregeling Als u eten en drinken aan werknemers verstrekt beneden de kostprijs, krijgt u met de lastige kantineregeling te maken. U mag dan gedurende het kalenderjaar alle btw aftrekken maar u moet aan het einde van het jaar - nu dus – berekenen of de werknemers zijn bevoordeeld en eventueel een correctie doen. Om deze bevoordeling te bepalen, moet u de zogeheten theoretische omzet berekenen. Dat is de inkoopprijs van het eten en drinken (exclusief btw), vermeerderd met 25%. Deze omzet moet u vervolgens vergelijken met de werkelijke omzet. Als u gratis voedsel verstrekt, is de werkelijke omzet dus nul. Is de theoretische omzet hoger dan de werkelijke omzet, dan moet u het verschil – dus de theoretische min de werkelijke omzet – delen door het aantal personeelsleden dat voor de verstrekking in aanmerking komt.
- Komt hier een bedrag van maximaal € 227,- uit, dan moet u de waarde van de kostprijs van eventuele overige voordelen erbij optellen. Komt u dan nog niet boven de € 227,- per persoon uit, dan hoeft u de aftrek van voorbelasting niet te corrigeren, noch voor de btw op de spijzen en dranken, noch voor de btw op de overige bevoordelingen.
- Kom er een bedrage boven de € 227,- uit dan moet u aan het eind van het jaar 6% btw voldoen over de uitkomst van de theoretische min de werkelijke omzet. U moet u de aftrek van de voorbelasting op de spijzen en dranken dan dus corrigeren volgens de formule 6% X (theoretische min werkelijke omzet).
Voor wat betreft de overige bevoordeling mag u zonder toepassing van de kantineregeling berekenen of de grens van € 227,- wordt overschreden. Als dat niet het geval is, is correctie van de vooraftrek voor de overige bevoordelingen niet nodig.
5. Privegebruik van de auto van de zaakDe bekendste uitsluiting van aftrek op grond van BUA is waarschijnlijk de auto van de zaak die ook privé gebruikt mag worden. U mag gedurende het jaar de btw op de autokosten volledig aftrekken maar u moet in het laatste tijdvak van het kalenderjaar een correctie van het privégebruik doen. Deze correctue bedraagt 12% x 25% x de catalogusprijs van de auto. Als voor de betreffende werknemer geen bijtelling wegens privégebruik voor de loonbelasting geld, maar hij de auto wel voor woon-werkverkeer gebruikt, mag u volstaan met een correctie van 12% x 10% c catalog
6. Herrekening van de aftrek voorbelasting Als een bedrijf zowel belaste als vrijgestelde prestaties verricht, is de btw op aangeschafte goederen of diensten maar gedeeltelijk aftrekbaar, deze splitsing (een schatting) hoort thuis in de aangifte over het tijdvak waarin deze goederen zijn aangeschaft. Blijkt aan het einde van het jaar dat de schatting te hoog of te laag is geweest, dan moet u de te veel of te weinig in aftrek gebrachte btw in de aangifte over het laatste tijdvak corrigeren houd er wel rekening mee dat het splitsten van de voorbelasting vaak een lastige bezigheid is.
Voorkom een boete!
Komt u er aan het eind van het jaar achter dat u te weinig btw heeft aangegeven? Geef dit dan bij voorkeur vrijwillig aan en betaal voor 1 april 2010. U dan namelijk geen heffingsrente verschuldigd. U moet dit doen in een aparte brief of via een formulier Suppletie Omzetbelasting (dit kunt u van de site belastingsdienst downloaden) in principe krijgt u geen boete opgelegd maar bij correcties boven de € 20.000,- geldt dat niet. De fiscus kan u dan een boete opleggen va 5% met een maximum van € 4.537,-.
7. Herziening van de aftrek van voorbelastingDe btw-aftrek op investeringen is niet meteen definitief. Investeringen die u in roerende zaken heeft gedaan, worden door de Belastingsdienst gevolgd gedurende het jaar van aanschaf en de daarop volgende vier jaren. Investeringen in onroerende worden zelfs nog gedurende negen jaren na het jaar van aanschaf gevolgd. Met name bij verkoop of verhuur van onroerende zaken kan er een herzieningsclaim ontstaan. Door een beoogde transactie over de jaargrens heen te tillen, verdampt 1/10e deel van de herzieningsclaim. Als u kunt opteren voor belaste verhuur of belaste levering kunt u de btw-claim zelfs helemaal voorkomen.
8. Fictieve dienstenFictieve levering en diensten vormen een betrekkelijk nieuwe categorie prestaties binnen de btw. Deze catergorie bestaat sinds 1 januari 2007. Onder deze fictieve leveringen en diensten vallen onder meer het onttrekken van goederen aan het bedrijf en het gebruiken van goederen uit het bedrijf voor privédoeleinden. Aan het einde van het jaar moet u belasting afdragen over de waarde van de fictieve leveringen of diensten. U mag hierbij uitgaan van de aankoopprijs of kostprijs van de fictieve levering of dienst.